Dag 36 : Estavillo – Miranda de Ebro

Afstand: 16,74km

Stijgen: 100m – Dalen: 202m

De keuze om mijn GR1 hier te beëindigen heeft een praktisch kantje. Ik bevind me in de buurt van Miranda de Ebro, en daar is een treinstation. Ofwel was het hier stoppen, ofwel nog een vijftal dagen doorgaan tot de volgende plaats waar ik gemakkelijk openbaar vervoer kan nemen.

Vanuit Estavillo volg ik een van de vele Santiago-routes. Ik hinkepinkel tot in Berantevilla, waar ik gisteren reeds gepasseerd ben. Vandaar uit is rechttoe naar Miranda de Ebro. Het is een onwaarschijnlijk mooie reis geweest, net geen 1000km doorheen het noorden van Spanje. een tocht die alles heeft ingelost qua landschap en natuur, en evenveel qua cultuur. Ik ben helemaal gezwicht voor het, alhoewel stekelige, mediterrane landschap.

Mijn geliefde landschap, ik kom zeker terug. Maar eerst heb ik nog een opdracht. Ik had me voorgenomen om de Atlantische oceaan in te duiken. En dat ga ik nu doen!

Totaal gewandeld: 988,74km


Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

Vorige

Dag 35 : Payueta – Estavillo

Afstand: 27,50km

Stijgen: 792m – Dalen: 988m

Even buiten Lacervilla.

Mijn knie baart me zorgen. De vraag of ik nog wel verder moet stappen komt bij me op. Wandelen is genieten, afzien komt er soms ook wel bij, maar dat is afzien met een gezond lichaam. Stappen met een kwetsuur is iets anders. Op het einde van de dag beslis ik.

Het is weer heet vandaag. Het landschap is aan het braden, en ik erbij. Na Ocio begin ik aan de klim van Las Tasugueras. Op zich geen lastige klim, maar de hitte en mijn knie doen me puffen en zweten. Vliegen komen maar al te graag smikkelen van de zouten op mijn huid. Iedere steeneik langs het pad zoek ik op om me voor een paar seconden te laven aan zijn schaduw. Eens boven is het even genieten van het uitzicht. Heel in de verte zie ik nog sneeuw liggen op de hoge toppen van het Cantabrisch gebergte. Eens terug in de vallei de koelte van een bar me goed. Nadien sleep ik me voort tot ik een perfect plekje heb gevonden met uitzicht op Estavillo vanwaar de avondlijke geluiden me bereiken. Een hond die blaft, kinderen die spelen en af en toe een auto in de verte. Nu weet ik het: dit wordt mijn laatste nacht langs de Sendero Histórico.

Totaal gewandeld: 972km


Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

VorigeVolgende

Dag 34 : Bernedo – Payueta

Afstand: 30,39km

Stijgen: 879m – Dalen: 918m

Hazelworm.

De zon straalt al van vroeg in ochtend heet. Ik ben blij dat vandaag voor een groot deel door bossen zal verlopen. Het is al van vroeg in mijn tocht geleden dat ik nog door beukenbossen heb gelopen. Deze staan op de noordflank van een steile bergrug. Mijn knie doet bij iedere stap pijn, maar vooral bij het dalen. Het is de pees van de hamstrings of de adductoren die ontstoken is. Welke juist weet ik niet. Het enige dat ik weet is dat het veel energie van me opslorpt. Het is zondag vandaag, dat merk ik aan het aantal wandelaars die ik tegenkom. Niet veel, maar toch een paar groepjes. Zelf is het moeilijk om de dagen bij te houden wanneer je zo lang onderweg bent.

Poppenorchis.

Tegen de middag kom ik uit het bos tevoorschijn. In een kalkgraslandje bij Pipaon zie ik de mooie poppenorchis. Een onopvallend ding waarvan de schoonheid in het detail ligt. Ieder bloempje is als een slungelig peetje met een fors fietshelmpje op. In het dorp tank ik bij om terug het bos in te duiken. Een beboste vallei met een drooggevallen beek. Een fors uit de kluiten gewassen hazelworm ligt op het pad. Wat een glanzend prachtexemplaar. Eens het bos terug uit zet ik een stap, en tijdens het neerzetten van mijn linkervoet zie ik iets liggen. Mijn voet kan ik net nog een zwier geven om die wat verder te laten neerkomen. Het is een adder, eveneens een mooi exemplaar. Grijs met een afstekende zigzagstreep erbovenop. Ook de kop is mooi getekend. Een slang getatoeëerd met tribals.

Wasplaats te Payueta.

In Peñacerrada staat nog een mooie, indrukwekkende toegangspoort, in Payueta de mooiste wasplaatst die hier al tegengekomen ben. Even buiten Payueta plof ik mij neer. Het is genoeg geweest voor vandaag. Ik rust, de mieren schieten in gang. Vollop in de weer om mijn kruimels te verslepen naar god weet waar.

Totaal gewandeld: 945km


Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

VorigeVolgende

Dag 33 : Santa Cruz de Campezo – Bernedo

Afstand: 17,65km

Stijgen: 603m – Dalen: 416m

Ik heb heerlijk geslapen tussen twee machtige eiken, stille getuigen van het passeren van de tijd. Quercus, ik heb vannacht in jouw tempel geslapen. Maar er knaagt iets, mijn rechter knie begint me parten te spelen. Verdict: een peesontsteking. Vandaag ga ik het rustig aan doen. Het terrein leent er zich ook beter toe. Langs de beboste flank van de Sierra de Chiquita, met hier en daar graslandjes waar ik op zoek ga naar orchideeën. Doorheen Genevilla en Cabredo, dorpjes die stevig verankert staan aan de voet van de berg, de vallei voor zich uit gespreid.


Na Marañón maak ik de doorsteek naar de voet van een volgende steile bergrug, Sierra de Toloño. De ene na de andere slingeren in elkaars verlengde door de hoogvlakte. Het doet me denken aan de gekartelde kam van een krokodil wanneer ik het op de kaart zie. Op het terrein zie je maar één kartel tegelijk. Vanuit Bernedo klim ik een honderdtal meter de steile flank op vanwaar ik een prachtig uitzicht heb over de vallei. Hier wil ik slapen. Wanneer mijn ogen niet over de vallei dwalen, kijken ze dichterbij, naar de orchideeën rond mijn voeten.

Totaal gewandeld: 914,61km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

VorigeVolgende

Dag 32 : Los Arcos – Santa Cruz de Campezo

Afstand: 32,73km

Stijgen: 1263m – Dalen: 1107m

Om zes uur ’s ochtends word ik wakker van gestommel. De eerste pelgrims beginnen zich klaar te maken. Wat een onhebbelijk uur. Ik blijf nog wat doezelen. Iedereen moet hier ten laatste om acht uur schampavie zijn. Reden: dan begint de opkuis om op tijd klaar te zijn om de nieuwe lading pelgrims te ontvangen. Ik ben op reis nog nooit zo vroeg op pad vertrokken. Los Arcos buiten geraken gaat niet zonder slag of stoot. Mensen trachten me met de stroom mee te laten gaan. Hun aan het verstand brengen dat ik ‘niet’ de Camino wandel is quasi onmogelijk. Ik wandel namelijk het pad dat haast niemand wandelt, en dat doe ik graag. Het was aangenaam een avond tussen de mensen te vertoeven, toch ben ik blij weer alleen door de natuur te wandelen. Dan kom ik helemaal in mijn element.

Ermita de Códes.

Ermita de Codés.

Het gaat op en af om dan vanaf Desojo gestaag te stijgen tot aan de barokke Ermita de Codés. Vanaf dan gaat het stijl bergop de Sierra de Codés in, een ferme bergrug die parmantig boven het hoogplateau uitstrekt. Een eerste kennismaking met het Cantabrisch gebergte. Boven me prijken twee rotspieken waartussen ik door moet. Eens boven wandel ik kilometers over de kam om dan langs de andere kant van de Sierra het dal in te duiken, naar Santa Cruz de Campezo, oftewel Santikurutze Kampezu. Dat is de naam van het dorp in het Baskisch. De vele z’en en x’en in de namen, evenals de vlaggen geven aan dat dit niet zomaar Spanje is: dit is het Baskenland.

Totaal gewandeld: 896,96km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

VorigeVolgende

Dag 31 : Berbinzana – Los Arcos

Afstand: 40,54km

Stijgen: 470m – Dalen: 370m

Dag twee door de undulerende vlakte van Navarra, en die doortocht wil ik vandaag afronden in Los Arcos. Geen farce meer met muggen. Het is een dag struinen over okerkleurige, gebarsten grindwegen. Na een korte stop in Lagarra voor inkopen schiet ik in gang. Een warme wind zorgt voor de nodige energie waarvan gierzwaluwen maar graag gebruik van maken. Ze gieren muisstil voorbij. Hun engelse naam vat hen perfect samen, zowel in betekenis als in uitspraak: swift. Doodstil daarentegen zit een jonge Iberische Smaragdhagedis op de weg. Het gifgroen contrasteert mooi met het oker van de grindweg. Voor ons is deze grote kleurrijke verdwijntruck vreemd, versteend zijn, maar voor zijn vijanden die hoofdzakelijk op beweging reageren blijkt het effectief te zijn.

Een Iberische Smaragdhagedis.

Iberische Smaragdhagedis.

In Allo installeer ik me in een bar. ‘De gegrilde sepia is hier lekker’, wordt me verteld. ‘Okido, dan neem ik dat’. Ok, ik eet wel graag een paar calamares ringen. Maar een volledige octopus, tja, het is vooral heel veel kauwen. Ondertussen trekt een zware storm voorbij. Ik blijf nog even zitten.

Vanuit Allo zijn er twee opties. Ik kies voor de korte. Die loopt wel langs een verharde weg, maar het alternatief is een gr-pad dat er eigenlijk geen meer is. De akkers en boerenwegen veranderen hier vrij veel van vorm en plaats zodat het vooral door andermans gewassen ploegen is. Daar pas ik voor.

Het is reeds avond wanneer ik in de verte Los Arcos aan de horizon zie verschijnen. Ik geniet nogmaals van het wandelen in de avond, een verstilling van het landschap die de aanwezigheid van hier een hop en blauwe kiekendief en daar een grauwe kiekendief een aura geeft. Een verstilling die in sterk contrast staat met Los Arcos. Ik kom in een totaal andere wereld terecht. Hier kruist de GR1 een Compostella-hoofdader. Dit is het terrein van de pelgrims. Overal herbergen die tsjokvol zitten. Niet gedacht dat mijn vlaamse afkomst de sleutel kon zijn om nog een slaapplaats te vinden. In een volzette herberg die opengehouden wordt door een vlaams koppel wordt er een matras tevoorschijn getoverd en krijg een maaltijd in mijn poppel gedropt. De rest van de avond aanhoren we met open mond elkaars verhalen. Allemaal met de rugzak op stap, maar wat een verschil.

Totaal gewandeld: 864,23km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

VorigeVolgende

Dag 29 : Torre de Añué – Ujué

Afstand: 36,66km

Stijgen: 1053m – Dalen: 1031m

Gallipienzo Antiguo: half dorp, half ruïne.

Dorpen bovenop een heuvel lijkt wel het thema, gisteren Sos de Rey de Católico. Vandaag komen daar Cáseda, Gallipienzo Antiguo en Ujué bij. Alsof ze een punt willen maken. We leggen ons niet neer bij de naderende vlakte van Navarra. Vanuit mijn oogpunt dan. Voor hen is het uiteraard vanuit strategisch oogpunt in woelige tijden. Nog een thema is de architectuur, dan voornamelijk van de kerken. Daaraan kan je vaak het belang dat die dorpen vroeger hadden aflezen, het uitstalraam van hun rijkdom.

Voor ik Cáseda binnen trek passeer ik de Ermita de San Zolio. Ooit een belangrijke stopplaats voor de herders op weg met hun kudde naar de graaslanden in de Pyreneeën. Het mooie aan dit kerkje is dat het over een riviertje is gebouwd (misschien om het vee te laten drinken op een geweidde plaats) en de beeldhouwwerken aan het gotische portaal zijn heel mooi bewaard. Soms vertellen deze portalen hele verhalen. Hier zijn het vooral pastorale afbeeldingen omringt door de typische monstrueuze, des duivelse, vaak heel grappige beeldjes. Wat er met je gebeurd indien je de kerk afvallig bent. Cáseda zelf is niet veel speciaals, behalve dan een koppel klepperende ooievaars op hun nest op de kerktoren. Na de Río Aragón overgestoken te hebben begin ik aan de steile klim, via een oude besteende weg die nu nog een pad is en binnen een aantal decennia misschien helemaal opgeslokt zal zijn door de tijd die haar inhaalt, naar Gallipienzo Antiguo. Want deze weg leidt naar een dorp dat nog maar half bewoond is. Sommige straten zijn volledige ruïnes, op enkele ervan staat in afgebladderde verf ‘te koop’ geschilderd. Andere zijn met mooi verzorgde huisjes. Voor eentje staat een kromgebogen vrouwtje die mij aanspreekt, ik versta er niets van. Ik zeg vanwaar ik kom en naarwaar ik heen ga, in de hoop dat zij mij wel verstaat. Wat zal er van haar huisje terecht komen als zij heen gaat?

Santa Maria kerk, Ujué: een 15de eeuwse afbeelding van een doedelzak spelende vrouw in een van de archivolten van het portaal.

Dan begint nog een zware op en neer gaande weg naar Ujué. De hitte brandt op het land, met enkel de ondertussen bekende planten die de droogte kunnen weerstaan. De piste die ik bewandel is bij tijden zo geërodeerd dat het holle wegen zijn geworden waar in de okerkleurige wanden kolonies bijeneters nestelen. Tientallen vliegen over, de puntige vleugels een paar keer slaan en effe zweven, ondertussen een zacht whit, whit, whit roepend. Hun kleurenpracht heeft niet het felle van hun collega holenbroeders, zoals pakweg de ijsvogel, maar eerder dof. Zou de imker met zijn 20 bijenkasten weten dat hier om de hoek hun belagers gehuisvest zijn?

Na veel puffen en zweten bereik ik Ujué. Via kronkelende steegjes heis ik me naar de top, naar de kroon, de Santa Maria kerk. Iets tussen een burcht en een typische kerk. Wat een mastodont, wat een schoonheid. Een romaanse kerk waar later gotische delen aan toegevoegd zijn. Rondom rond is er een gallerij voorzien van beeldhouwwerken. Hele verhalen spelen zich hier af, van lieflijke tot de meest vreselijke. Hoe nonnen en priesters met zwaarden bewapend de duivel verslaan. En ergens daar tussenin was ik blij verrast de ‘Green Man’ te ontwaren. Dat is een gezicht opgebouwd en verschuilt achter bladeren. Roger Deakin schrijft erover in ‘Wildwood’. Heerlijk om allemaal linken te kunnen leggen. Na alles goed bekeken te hebben werp ik nog een allerlaatse blik op de Pyreneeën, nu heel ver weg. Ik draai me om, en alles wat er nu nog van overblijft zijn herinneringen. En op naar nieuwe en toekomstige herinneringen. En die biedt zich reeds aan wanneer ik eindelijk afdaal naar de vlakte van Navarra, namelijk in de vorm van de sierlijke blauwe kiekendief. Hoe ie met zijn slanke vleugels fladdert, een quasi witte roofvogel die met de tippen van zijn vleugels even door de zwarte verf is gegaan. Dit lijkt wel de perfecte start voor mijn doortocht van de vlakte.

Totaal gewandeld: 790,54km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

Vorige – Volgende

Dag 28 : Castillo de Sibirana – Torre de Añué

Afstand: 31,85km

Stijgen: 710m – Dalen: 1064m

Sos del Rey de Católico.

Ik verwijder me steeds verder van de Pyreneeën, weg grote rotspartijen, de valleien worden breder. Dat is het mooie van een zo lange route, langzaam aan veranderen de dingen. Niet alleen het landschap, ook de vegetatie veranderd, ook de tijd veranderd. Ik merk veranderingen in de plantengroei, nog steeds veel meditterane vegetatie, maar er sluipt al wat meer groen tussen, wat meer gras, meer grote dennen, wat minder tijm. Het gaat zeer geleidelijk. Zo ook met de cultuur, de grijze verlaten dorpen van de bergen worden vervangen door de oude glorie van eens zeer belangrijke stadjes. Dit is en was grensgebied. Petilla de Aragón is nog steeds een enclave van Navarra binnen Aragón (ondanks de naam doet vermoeden). Later op de dag komt Sos del Rey de Católico. Hoe het er nu nog steeds uitziet hebben we te danken aan Ferdnando II, inwoner van Sos, die Spanje voor een eerste maal verenigde, waardoor de cruciale positie van Sos verviel en niet meer mee evolueerde en voor eeuwen en eeuwen indommelde tot wat het nu is, een wirwar van mooi behouden steegjes en huisjes. Ik dacht in een waar toeristennest terecht te komen, maar het noorden van Spanje kan het blijkbaar niet veel schelen. Uitbuiten van hun schoonheid? Wat? Laten we eerst nog honderd of wat siestas houden, dan zien we wel. Ik ben er midden in de namiddag en het dorp lijkt wel dood. Ik loop alleen verdwaald in het doolhof van steile steegjes van dit dorp op de heuvel met op de top de versterkte kerk vanwaar ik nog een blik op de verre besneeuwde Pyreneeën werp, steeds verder krimpend aan de horizon.

Wilde rozen komen in bloei.

Helios met zijn schitterende zonnewagen heeft er bijna weer een dag op zitten. Ik wandel in zijn zog, richting westen, een vallei in. Om het einde van zijn werkdag te vieren strooit hij een gouden gloed over de tarwevelden, die dankbaar hun mooiste, nog vol groeikracht, groenste kleur boven halen. De tijd van de meidoorn, de steeneik en de rozen is aangebroken, hun bloei is gul vol verwachting van bevruchting. In de verte staan de restanten van de Torre de Añué. Daar wil ik slapen, in de schaduw van de tijd. Daar, aan de voet van de toren, leg ik me neer, een basso continuo van kikkers en krekels, een bijna volle maan schijnt haar spot op me, alsof ze wil zeggen: kijk, daar ligt ze, zij daar, in haar eigen kamer, de wereld.

Totaal gewandeld: 753,88km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

Vorige – Volgende

Dag 27 : San Felices – Castillo de Sibirana

Afstand: 29,59km

Stijgen: 1069m – Dalen: 955m

Pozo de Pigalo.

Vandaag start met een wandeling door beboste bergen, een afdaling naar het stille dorpje Fuencalderas waar ik een dertigtal gieren zie cirkelen. Of ze zijn samen op uitstap, of ze hebben een lekkere hap op het oog. Ik heb al lopen denken welke vogel ik tot nog toe zou uitroepen als de vogel van de GR1. En ik kom uit bij de koekoek, die heeft me op ongeveer elk moment al vergezeld, nog nooit zoveel koekoeken in mijn leven gehoord. Misschien is het wel steeds dezelfde die me verder en verder langs het pad lokt. Maar nu, onder druk van 30 paar spiedende ogen bezwijk ik. Ok, het zullen jullie zijn, gieren, maar maak geen ruzie om wie de beste is. Of je nu de vale gier, aasgier, lammergier of monniksgier bent, ik ben even hard onder de indruk van jullie allemaal, zowel van dicht als je mij even komt taxeren of van onwaarschijnlijk hoog daar zwevend alsof je de hele wereld door hebt en stoicijns de comedie humaine aan je laat voorbij gaan. Zweef tot in het oneindige en ga door, jullie staan buiten de tijd, net als al deze dorpen die ik passeer. In Biel waakt de zware romaanse toren nog steeds over haar zielen, zondag is hier nog steeds rustdag en pas dan zie je een dorp tot leven komen. Even buiten Biel komt een bijeneter voorbij gevlogen, even buiten Biel installeer ik me aan een riviertje, en wandel in de late namiddag verder. Een col over, genietend van de avondzon verkeerd lopen. De route staat meestal wel aangeduid maar het ben ik, de eeuwige droomster, die al dromend blind wordt voor zoiets als rood-witte markeringen. Diezelfde avondzon die mij van het pad loodst zet Pozo de Pigalo in een gloed en laat een vallei verder Sancho Garces I zijn 10de eeuwse tweelingtorens schitteren. Niet ver daarvandaan zal ik mijn eigen zon creëren, met wat takjes, dennenappels en een brickee, een eigen zon die net genoeg warmte uitsraalt om mijn maag te vullen en voldaan onder de sterren te kruipen en in slaap te vallen.

Castillo de Sibirana.

Totaal gewandeld: 722,03km

Copyhike by Roos Muylaert, 2017 – feel free to use this info to organise your own hike.

Vorige – Volgende